Teksten maken die lezers wel boeien

Je staat in de supermarkt voor het schap met vruchtensappen. Een vrolijk pak met dansende stukjes fruit en vrolijke gezichtjes straalt je tegemoet. “Kies mij!” Of het sap lekker is, dat maakt niet uit. Het pak ligt al in je mandje. Proeven doe je thuis. Zo is het ook met taal: soms is de verpakking net zo belangrijk als de inhoud. Je tekst kan nog zo relevant zijn, maar wordt niet gelezen als hij niet aanspreekt. Je boeit een publiek niet alleen met sterke argumenten en feitelijke informatie. Nee; boeien is informeren en vermaken tegelijk. Alleen informatie is saai.

Boeien = informeren + vermaken

Er zijn twee manieren waarop je een tekst los van de inhoud interessant kunt maken. Natuurlijk kun je een tekst in het oog laten springen met een afbeelding, met kleur en met opmaak. Maar minstens zo belangrijk is het om ervoor te zorgen dat je formulering de lezer uitnodigt.

Je woordkeus heeft invloed op de perceptie van het publiek. Hoe kies je woorden waarmee je het publiek meeneemt in je verhaal? Hoe zorg je dat er naar je geluisterd wordt?

Klassieke stijlfiguren

Al in de Griekse oudheid bestond het besef dat je publiek door taal te beïnvloeden is. De klassieke retorica beschreef verschillende stijlfiguren die sprekers gebruikten om hun taal te verfraaien. In eerste instantie werden deze zogenoemde ‘tropen’ beschreven als hulpmiddelen voor debat en betoog, maar in de praktijk kent de retorica meerdere toepassingen. De stijlmiddelen worden bijvoorbeeld ook gebruikt in dagelijkse spreektaal.

In de politiek wordt regelmatig teruggegrepen naar de klassieke stijlfiguren. Het kiezen en toepassen van retorische stijlmiddelen is een nauwkeurig karwei. Soms pakken keuzes verkeerd uit. Een mooi voorbeeld van Nederlandse bodem is de openingsspeech van Thierry Baudet van maart 2017:

QUOUSQUE TANDEM FACTIONEM CARTELLUM ET OFFICIORUM MACHINA PATIENTIA NOSTRA ABUTITUR, DUM NAVIS PRETORIA RESSURECTIONIS AD PROFICIS CENDUM PARATA EST?

HOE LANG STELLEN HET PARTIJKARTEL EN DE BAANTJESCARROUSSEL ONS GEDULD NOG OP DE PROEF, TERWIJL HET VLAGGENSCHIP VAN DE RENAISSANCEVLOOT KLAAR LIGT?

Overduidelijk was deze formulering een bewuste keuze van Baudet (of van zijn spindoctors). En hoewel we zeker vermaakt waren, wist de uitspraak het publiek niet oprecht te boeien. Althans, niet op de manier die Baudet voor ogen had.

Hoe gebruik je stijlfiguren

Vervreemding

Hoe dit komt? Het antwoord is simpel: Baudet paste zich niet aan aan zijn publiek. Sterker nog: hij negeerde zijn publiek op verschillende vlakken, wat zorgde voor vervreemding. In Nederland gaat ongeveer 6% van de leerlingen op de middelbare school naar het gymnasium, waar Latijn tot het vakkenpakket behoort. Je zou dus kunnen vaststellen dat Baudet door in het Latijn te spreken al het grootste deel van de Nederlandse bevolking, de 94% die geen Latijn kent, buitensluit.

Daarnaast verwijst Baudet naar een uitspraak van de Romeinse redenaar Cicero:

QUOUSQUE TANDEM ABUTERE, CATALINA, PATIENTIA NOSTRA?
HOELANG NOG, CATALINA, STEL JE ONS GEDULD OP DE PROEF?

Naast het feit dat het gros van de Nederlanders het Latijn niet machtig is, is het aan te nemen dat zij zich niet bewust waren van deze verwijzing. Ook is het onduidelijk wat Baudet met zijn verwijzing wil zeggen. Stelt hij zichzelf gelijk aan Cicero? Etaleert hij zijn kennis? Of verheft hij zichzelf boven zijn ‘onwetende’ publiek?

Lege metaforen

Ook maakt Baudet inhoudelijk nog gebruik van stijlfiguren. “Het vlaggenschip van de renaissancevloot” is een metafoor voor het Forum voor Democratie. Wat Baudet probeert te zeggen is dat zijn partij ‘klaar ligt’ om een renaissance-achtige ontwikkeling te starten in Nederland. Wat dit precies betekent wordt niet helemaal duidelijk.

De openingsspeech van Baudet is te vergelijken met een leeg pak sap, waarvan niet duidelijk is wat erin had moeten zitten. Weinig mensen gooien het in hun winkelmandje.

Helderheid

Hoogleraar retorica Jean Wagemans schreef ooit in zijn column: “Retorica is niet de kunst van grote woorden, maar van het afstemmen van de toespraak op de voorkeuren van het publiek.” En daar ging het mis in de speech van Baudet: het Nederlandse publiek zat niet te wachten op een taalkundige puzzel. Het publiek wilde helderheid.

Kortom: met stijlfiguren die niet worden herkend bereik je weinig. Je zaait hoogstens verwarring. Als je publiek je niet begrijpt, ben je haar kwijt. In plaats van een intelligente indruk, maakte Baudet met zijn opening een verkeerde indruk. En dat is zonde.

5 tips voor een boeiende tekst

Uit het bovenstaande voorbeeld kunnen we lering trekken. Om te komen tot een goede verpakking van je verhaal is het belangrijk om rekening te houden met de volgende 5 punten:

  1. Bedenk van tevoren wat je lezer wil weten en leg de nadruk op die informatie
  2. Spreek je doelgroep aan op een manier die zij begrijpt
  3. Keep it simple: gebruik stijlmiddelen, maar met mate
  4. Verhef jezelf niet boven je lezers
  5. Sluit niemand uit
Vorig bericht
Succesvol een online sessie organiseren
Volgend bericht
Weg met de kaders

Dit vind je misschien ook inspirerend!